Geboorte

Ze kwam bij mij omdat ze zich al haar hele leven onrustig voelt. Het wordt steeds erger. Ze heeft al van alles geprobeerd en nu heeft de huisartsondersteuner haar naar mij doorverwezen. Ze voelt zich erg wiebelig, weet niet wat ze dan van mij moet verwachten. Ze wil wel met mij doorgaan en we spreken met elkaar af dat we alle stappen samen bespreken en zorgvuldig met haar gevoel zullen omgaan.

Ze vertelt uitgebreid over haar ouders en de trauma’s die zij hebben meegemaakt. En over hoe haar leven is verlopen, vol hobbels en kuilen en ellende. We benoemen dat ook zij trauma’s heeft opgelopen. We brengen alles in kaart: wat er allemaal is gebeurd, hoe zij heeft gereageerd, hoe haar lichaam zo kan bevriezen, wat haar kan triggeren, waar ze in het hier en nu tegen aan loopt. Zo belangrijk, dit uitpluiswerk. De hele mistige brij wordt al wat meer helder door het zoeken naar haar levensthema en het schematisch weergeven. Dat helpt.

Tegelijk blijft ze in haar leven continu tegen dingen aanlopen. In het contact met haar moeder, met haar vader, met haar zussen, met haar vriendinnen, met haar relaties, op haar werk.

We besluiten samen, om diverse redenen, dat diep ingrijpen nodig is. Inmiddels heeft ze wat meer vertrouwen in mij gekregen, ze vindt het prettig hoe we met elkaar omgaan en hoe ik werk en durft het aan. We gaan EMDR doen en maken naar aanleiding van het uitpluiswerk een opzet.

In de eerste sessie EMDR werken we met het thema ‘Ik mag er niet zijn’ en met name het deel ‘Ik kan nergens aarden’.

Ik vraag haar om helemaal naar dat gevoel te gaan, als een soort film voorbij te laten trekken waar het allemaal mee te maken heeft. Er volgt een hele heftige sessie. Ze kan zich niets herinneren, ziet geen beelden, ze kan niet denken maar haar lichaam laat allerlei hele zware sensaties voelen, ze huilt, ze is in de war. Ik zie haar dissociëren (van zichzelf vandaan gaan) en weer terugkeren. Het overspoelt haar allemaal en ik heb de grootste moeite om het proces in goede banen te leiden terwijl ik erop blijf vertrouwen dat ik het niet hoef te snappen en dat haar lijf precies weet waar we naar toe gaan en wat er moet gebeuren.

De spanning vliegt heen en weer, steeds als ik haar vraag er weer in te gaan, loopt het hoog op. Steeds als ik met haar met een stuk innerlijk kind werk, zakt het weer. Het is ongekend heftig en overspoelend. Maar je moet gewoon doorgaan. Ik weet dat deze verwarring en deze gevoelens leiden naar heling maar het is moeilijk om haar zo te laten spartelen. We gaan door, ik probeer het zo goed als mogelijk te begeleiden. Als ik haar enigszins rustig heb gekregen, het helende werk in gang is gezet en ze weer wat kalmer kan ademhalen en EMDR volgens protocol is afgelopen voor deze keer, laat ik haar even bijkomen.

“Poeh, wat heftig! Dit was bizar, eng gewoonweg, bizarrrr, wat is er gebeurd?”, zegt ze meteen terwijl ze haar tranen afdroogt en wat thee drinkt.

We bespreken dat er geen beelden waren, geen gedachtes, alleen maar heftige lichamelijke reacties en gevoelens. Ik heb het gevoel dat het innerlijk kind, waarmee we werkten, veel jonger was dan wij dachten, eerder een baby dan een kind. Ik zeg haar: “Het lijkt wel alsof je bij je geboorte terecht kwam”. Dan begint ze te roepen. “Ja! Mijn moeder heeft een hele, hele zware bevalling gehad van mij, ik kwam er niet uit en zat vast in het geboortekanaal, de navelstreng zat om mijn nek gedraaid. Ze hebben met tang en vacuümpomp uren uit alle macht geprobeerd mij eruit te halen. Ik wás daar gewoon weer. Kan dat?”

“Ja, dan kan”, zeg ik. En ik leg uit dat het lichaam het precies weet. Het geheugen van het lijf weet dat dit gebeurd is en iedere keer als je soortgelijke situaties in je leven meemaakt, reageert je lijf weer. Je snapt het niet met je denkende brein maar je lijf wéét het. Het is iedere keer het baby’tje, wat nog steeds in je woont, die reageert.

Mijn cliënte blijft steeds maar zeggen: “Jeetje, wat bizar, wat heftig, wat herkenbaar, wat bijzonder”. Ze kan er maar niet over uit. Alles lijkt op zijn plaats te vallen. We bespreken hoe haar thema’s in haar dagelijks leven resoneren naar toen. Haar thema is dáár begonnen! Het hoort allemaal bij elkaar.

Ik vervolg met uitleggen: “Nu dit helder wordt, kun je, in plaats van het kleine meisje te troosten, wat je net geleerd hebt, je voorstellen dat je jezelf als baby in jouw volwassen armen neemt en troost en kalmeert en beschermt”. Iedere keer als je lijf zo reageert, is het dat lieve kleine baby’tje die jouw aandacht vraagt. En als je dit steeds blijft doen, kan het helen in jouw volwassen liefde. Geholpen door het toepassen van EMDR.

Ze is er ontroerd van: “Het is zo wonderlijk en bijzonder dat dit gebeurd is, het wordt voor mij zo helder allemaal, ik ga het met mijn moeder bespreken. Het is echt heel bijzonder. Dank je wel”.

Ik check of ze stevig genoeg is om weg te gaan en auto te rijden. Dat is zo. We nemen afscheid van elkaar met het gevoel dat we beiden iets heel bijzonders hebben meegemaakt. Zij heeft het echt van binnen en in haar lijf gevoeld. Er is heling in gang gezet. En ik mocht daar getuige van zijn.

 

FONKELS, verhalen uit de praktijk, geschreven door Noor van Gulik. Zij is integratief psychosociaal therapeut en medium. www.fonkel.nu. Deze blogs zijn uit het leven gegrepen en waarheidsgetrouw. Er is altijd overleg geweest met de betreffende cliënt(ë).

You may also like

Leave a comment