Van Waarde. Kanker, wat doe je zelf?
Vandaag, 5 juli 2020, is het 14 jaar geleden dat ik kanker kreeg.
Ik heb het overleefd! Ik leef! En hoe!
Er wordt zo vaak aan mij gevraagd wat ik dan zelf heb gedaan om hier te komen, waar ik nu sta. Hoe ik kanker overwonnen heb. Wat mijn acties waren. Tot nu toe heb ik dat nooit opgeschreven omdat mijn overtuiging is dat mijn acties míjn acties zijn. Niet zomaar verplaatsbaar naar een ander. Ik vind het van groot belang hoeveel waarde je aan iets hecht, wat je gevoel erbij is. Juist die aspecten zijn niet zomaar overdraagbaar. Het gaat erom wat jij in jouw situatie wilt en kunt doen. Dat je kunt kiezen uit alles wat op je pad komt, wat voor jou van belang is. Waar je in gelooft. Dat alles bij elkaar noem ik ‘je zelfhelend vermogen aanspreken’. Daarnaast is er ook een factor geluk. Plus factoren waar je minder invloed op hebt zoals genen, familiaire belasting, luchtvervuiling, en noem maar op. Dus ik kan niet zeggen wat mij precies geholpen heeft, het is een combinatie van factoren, op sommige van die factoren heb je invloed, op sommige niet of weinig of je weet niet of je er invloed op hebt.
14 jaar geleden was het voor iemand als ik (die zelf haar leven in haar hand wil hebben) pionieren. Er was 14 jaar geleden amper iets geschreven over wat je zelf kunt doen als je kanker krijgt. Op het internet nauwelijks iets te vinden. Je had het Moermandieet en dat was het zo’n beetje. Het was dus echt pionieren. Vandaag deel ik met jullie mijn verhaal en mijn eigen acties, in de hoop je te inspireren en stimuleren.
Mijn verhaal
Op 17 juni 2006 verhuisden wij naar Biezenmortel. Op 19 juni 2006 ontdekte ik, tijdens het douchen, een knobbel in mijn borst. Verdorie, we woonden net twee dagen in ons nieuwe huis! Op 5 juli zou mijn eerste operatie zijn (de eerste operatie wordt als teldatum genomen) maar voor het zover was, was ons leven een gekkenhuis. Ons oude huis moest nog verder leeg, de overdracht moest nog plaatsvinden, honderden regeldingen, dozen in het nieuwe huis uitgepakt, slaapkamer enigszins op orde want daar moest ik gaan liggen. Dus verstand op nul en doorgaan. Ik dacht: “Als ik straks geopereerd ben, dan kan ik gaan uitrusten”.
Een bijzonder moment in die weken was in ons oude, bijna lege huis. Veel lieve vrouwen waren aan het helpen met schoonmaken. Niemand wist hoe een tumor eigenlijk voelt. Toen heeft iedereen aan mijn borst met tumor gevoeld, om te voelen hoe dat is. Ontroerend. Kwetsbaar. Liefdevol. Van binnen voelt dat nog kwetsbaarder.
De operatie ging ik vol goede moed in. ‘Ik zou dat varkentje wel eens even wassen’. Het zou zo weer voorbij zijn. Een week na de operatie kwam de uitslag van het weefsel. Kwaadaardig, DCIS cellen op de snijranden van de tumor (voorlopercellen van kanker) en de poortwachtersklier (de eerste klier vanuit de borst naar de rest van het lichaam toe) vol met uitzaaiingen en ook door het kapsel heen. SHIT!!! Wat nu? Dit was niet mijn plan! Het was het enige moment dat ik dacht dat ik dood zou gaan. Ik zag de dood in ogen. Dat doet iets met je. Ik zie ons nog zitten, na thuiskomst, op de bank, de kinderen erbij. Ik huilde. Het stomme was dat ik het toen ineens heel belangrijk vond om de fotoalbums van de kinderen af te gaan maken zodat ze altijd zouden weten hoeveel ik van ze houd! De albums zijn nu nog niet af en toch houd ik heel veel van ze.
De huisarts kwam langs en legde ons uit dat ze mijn leven tot nog wel tien jaar konden rekken, als het nu verder verkeerd zou zijn in mijn lijf. Dat gaf mij een soort van rust. Dan zouden de kinderen redelijk op eigen benen staan. Dat kon ik behappen. Het volgende moment wat ik mij herinner is dat ik de tuin inliep, ik weet nog precies waar ik stond. Er kwam een allesoverheersende explosie van levenslust in mij opborrelen. Van binnenuit een gigantische levenskracht. “Ik wil léven, ik wil léven”! De zon brak letterlijk door en ik stond in haar stralen. Vanaf dat moment had ik alle vertrouwen in mezelf en mijn lichaam. Ik zou er helemaal voor gaan.
Er volgde een tweede operatie waarbij de okselklieren werden weggehaald. Met een drain kwam ik thuis en ik had helse pijnen omdat de drain tegen een zenuw aan zat. Vervolgens klapte een paar keer de wond open zodat ik steeds in en uit het ziekenhuis ging. De tweede narcose in korte tijd hakte erin en ik voelde me al wat meer miserabel maar toch nog redelijk fit en mezelf. Weer een week later togen we naar het ziekenhuis voor de uitslag van het weefsel in de okselklieren. Telkens die week tussen een operatie of onderzoek en de uitslag is hel. Je moet jezelf rustig houden maar het is zo gruwelijk spannend dat rustig houden een enorme opgave is. We gingen altijd met zijn drieën: ons mam, mijn man en ik. Zodat we dan goed konden horen wat er gezegd werd door de artsen en dan gingen we na iedere afspraak koffie of thee drinken in het ziekenhuis om alles te bespreken en op te schrijven wat belangrijk was. Nu was heel belangrijk: de okselklieren waren verder schoon!
Maar…omdat er gevaar was dat er al microscopisch, niet zichtbare kankercellen door mijn lichaam waren gaan zwerven, volgde acht (!) chemo’s. Iedere drie weken een dag aan het infuus. Nu werd ik pas echt ziek. De eerste keer kwam ik lachend thuis. Het was meegevallen en ik voelde nog niets vervelends. Een uur later hing ik over de wc. Daar bleef ik zo ongeveer een week hangen. Ik was hondsberoerd. Nog nooit zo ziek geweest. Bij alle volgende chemo’s werd ik in het ziekenhuis opgenomen en moest ik 2 maaltijden binnen kunnen houden, vóór ik naar huis mocht. Ik kon nergens tegen. Ik herinner me dat mijn man en de kinderen een frietje op hadden en dat ze daarna bij mij op bezoek kwamen in het ziekenhuis. Ik rook het en… Dat was steeds een heel gedoe. Iedereen mijn kamer uit, verpleegsters omkleden met beschermende kleding, handschoenen, mondkapje (het leek wel Corona). Dan kwam heel de chemisch troep er weer uit.
Het rare was dat ik heel veel aankwam in gewicht. Tussen iedere chemo kwam ik drie à vier kilo aan. Daar werd niets mee gedaan want het was alleen een probleem als je afviel. Ik voelde dat echt als een trap na krijgen, dat aankomen. Ik heb het er ook nooit meer afgekregen.
Als ik dan naar huis mocht, lag ik de eerste week op bed. Gewoon ziek wachten tot het ergste weer over was. Ik wachtte gewoon. De tweede week kwam ik dan weer een beetje tot leven en in de derde week kon ik bezoek ontvangen of naar buiten of iets kleins doen. Als ik dan weer wat opgekalefaterd was, dan moest ik weer. Áls mijn bloed goed was want dat werd een paar dagen van te voren thuis geprikt. Ik hield een Excel schema bij van al mijn bloedwaarden, dan kon ik het zelf in de gaten houden. Als het weer zover was, ging er weer een dierbare met mij naar het ziekenhuis en dan kwam de naald er weer aan. Dit zo acht keer, ongeveer een half jaar lang. Het aller allerergste moment uit heel mijn ‘kankercarrière’ vond ik het moment dat ik na een chemo naar een ziekenhuiskamer werd gebracht. Er was alleen een vierpersoonskamer. Het was bezoekuur en er waren veel mensen in de kamer. Ik zei nog hardop dat ik het erg vervelend voor ze vond maar dat ik waarschijnlijk zo moest gaan overgeven. En daar ging ik. Terwijl iedereen naar mij keek. Verschrikkelijk, ik schaamde me dood en voelde me kleiner dan klein.
Ik overleefde het en mocht drie weken opknappen. Daarna begonnen de bestralingen. 38 stuks. Steeds vijf dagen per week iedere dag naar het bestralingsinstituut. Ik zag het als mijn werk. Ik probeerde een vaste tijd af te spreken en dan reed ik zelf. Ik ging alleen. Muziekje aan, bestralingen, kopje thee en weer naar huis. Als je zo ziek bent geweest van de chemo’s, valt daarna alles mee. De eerste weken gingen prima, ik begon weer een beetje mens te worden. Maar in de tweede helft van de reeks begon mijn borst ernstig te verbranden. Toen mijn man dit zag, was dat de eerste keer dat hij echt moest huilen. Hij zág het. Terwijl het voor mij maar buitenkant was. De chemo’s zaten van binnen. De verbranding van buiten. Het was wel zeer pijnlijk en ik heb nooit geweten dat er zoveel soorten verbanden zijn, met speciale zalfjes en zelfklevend. De verpleegsters deden er alles aan om het leed te verzachten. Toch moest ik door tot het helemaal klaar was.
Ik had een HER2/neu positief gevoelige tumorsoort, niet hormoongevoelig. Mijn oncologe zei: “Het slechte nieuws is dat je deze agressieve, snelgroeiende tumorsoort hebt en het goede nieuws is dat we Herceptin hebben. Een immuuntherapie. Herceptin was pas net vrijgegeven voor behandeling en in kleine ziekenhuizen werd het nog niet gegeven. Ik had het geluk dat ik het wel kreeg. De hele kuur kostte € 40.000,00. We hadden er een gesprek over met mijn oncologe. Ik hield mij bezig met cijfertjes, hoeveel kans het mij meer zou geven om te overleven als ik ook nog een jaar Herceptin zou doen. Ik verdwaalde in de cijfers, kwam er niet uit. Tot de oncologe zei: “Je hebt eigenlijk 50% kans want je overleeft het wel of je overleeft het niet”. Dat was duidelijk. Ik wilde door. We zijn gestart na de bestralingen, een jaar lang. De eerste weken iedere week een beetje, om te wennen. Daarna iedere drie weken, een jaar lang. Best lang. Steeds naar het ziekenhuis, aan het infuus, een halve dag en dan weer naar huis. In het begin ging het best goed. Daarna kreeg ik steeds meer bijwerkingen. Ook de bijwerkingen die maar zelden bij mensen voorkomen. En ik vond het normaal. Ik dacht: “Het is toch logisch dat je lijf die rommel allemaal niet wil hebben”. Gezond vond ik mijn lijf, dat het zo heftig protesteerde. Op alles wat ik aan medicijnen kreeg, gedurende het hele proces. Want daar is mijn lijf goed in. Protesteren en alle bijwerkingen krijgen die mogelijk zijn. Gewoon uithouden en doorgaan. Soms even omvallen en dan weer opstaan.
Na anderhalf jaar waren de behandelingen klaar. Zucht.
Het aanspreken van mijn zelfhelend vermogen
Hierboven lees je het verhaal van de ziekenhuisbehandelingen, de westerse geneesmethode. Er gebeurde nog veel meer. Er ís nog veel meer. Zoals ik je al vertelde aan het begin van dit stuk, wilde ik graag zelf grip op mijn leven en mijn ziekteproces en mijn heling hebben. Dus ik stond open voor alles wat er op mijn pad kwam en waar ik een goed gevoel bij had. Ik geloof in een holistische en brede benadering. De Oosterse geneeskunst is al eeuwenoud en ook daar zijn fantastisch mooie dingen te vinden. Ik integreer alles. Ik heb tijdens mijn behandelingen en daarna hartstikke veel gedaan om mijn zelfhelend vermogen maximaal te helpen en te stimuleren. Meestal in overleg met mijn artsen, soms ook niet. In de loop van de jaren daarna heb ik meer en meer geleerd van het leven en van mensen en tot nu toe pas ik steeds dingen in mijn leven aan. Als er iets op mijn pad komt wat me aanspreekt, als het goed voelt, dan pas ik het in mijn leven in.
Ik ga hieronder een rij opnoemen wat ik allemaal gedaan heb of wat mij ‘overkwam’. Het staat niet precies op volgorde en ik weet ook niet zeker of ik het allemaal nog weet. Als je zaken leest die onduidelijk voor je zijn, zoek het dan even op, op internet. Het meeste is online te vinden. Als je er niet uitkomt, vraag het mij dan per mail.
Mijn acties:
- Mijn man, familie, vrienden en collega’s waren er voor mij. Hoewel ik soms het gevoel had dat ik het alleen moest doen, waren zij er echt voor mij. Dat is heel belangrijk voor mij geweest!
- Het werd langzaam bekend dat ik kanker had en in de periode van mijn twee operaties was het zomervakantie. Van over de hele wereld kreeg ik kaartjes, foto’s en mailtjes van mensen die aan mij dachten terwijl ze op vakantie waren. Kaarsjes in kathedralen, offertjes in tempels, gebedjes bij Moeder Maria, bloemen; ik voelde het alsof de hele wereld mij omarmde en steunde bij waar ik mee bezig was. Echt fantastisch!
- Vóór de tweede operatie liet ik een afdruk van mijn torso maken. Het kon namelijk zijn dat ter plekke mijn borst afgezet zou worden. Van deze afdruk is een beeld gemaakt. Als eerbetoon aan mijn oorspronkelijke bovenlijf. Het hangt op onze slaapkamer.
- Tijdens iedere chemo en bij de Herceptin, deed ons mam metamorfose-massage bij mijn voeten. Dat was ontspannend en hielp echt. Ieder kwartier werd mijn bloeddruk, temperatuur en hartslag gemeten en die ging ieder kwartier naar beneden tijdens de massage. Het was dus gewoon te meten!
- Tijdens het inlopen van de chemo’s en Herceptin, hield ik tachyonen onder mijn hand van de arm waar het infuus in zat. En soms nog wat mineralen, die op dat moment goed voor mij voelden. Bijvoorbeeld bergkristal of ontgiftende mineralen.
- Ik bedacht dat ik wilde leren sámenwerken met de chemo, de chemo moest mij beter maken dus ik kon het giftige goedje maar beter verwelkomen in mijn lichaam. Dat deed ik.
- Tijdens mijn chemo’s leerde ik mijn chemomaatje kennen, we lagen twee keer toevallig naast elkaar. Daarna hebben we geregeld dat we alle behandelingen samen konden hebben, om elkaar te steunen en te troosten. We zijn nu hele waardevolle vriendinnen van elkaar.
- Wij vier(d)en alle ‘mijlpalen’ met lekkere etentjes en champagne (als ik het kon verdragen en anders gingen we wat later): de operaties achter de rug, de laatste chemo, de laatste bestraling, de laatste Herceptin, het eind van het behandelproces. In deze tijd is mijn levensmotto ‘Vier het Leven’ mijn vaste stelregel in het leven geworden. Sinds het leven zo kwetsbaar is geweest en ik de dood in ogen heb gezien, voel ik een enorme levensdrang. Ik ben niet bang voor de dood. Ik heb voor mezelf geleerd dat doodsangst een oproep tot werkelijk leven betekent.
- Ik leerde hulp aanvaarden, dat vond ik moeilijk. Er werd onbeschrijfelijk veel voor mij gedaan: liefde geven, troost, koken, tuin doen, poetsen, mee naar het ziekenhuis, voor de kinderen zorgen, bellen, mailen, post, bloemen, heel veel fijne herinneringen heb ik hieraan. Voel je vooral aangesproken als jij er ook voor mij was!
- Ik stapte over op het schrijven van mails over hoe het met mij was. Het was erg fijn dat mensen mij dan terug gingen mailen (er was nog geen Whatsapp) en dan kon ik op mijn eigen tijd weer reageren. Bezoek en bellen kon ik amper verdragen. Deze mails zijn later heel organisch overgegaan in het delen van het veranderen van mijn leven en zij werden later de ‘Fonkeling’. Wil je die lezen? Zie: https://fonkel.nu/nieuws/.
- Ik dronk (en drink) zuiver water. Een installatie in ons keukenkastje die al ons water zuivert op basis van omgekeerde osmose. Ook hebben we onze hoofdkraan van het water gevitaliseerd. Daar zit een vitalisator op die al het water in huis levend maakt. Ik drink dit water en doe in een kan met dit water ook nog tachyonen en mineralen voor extra zuivering en vitalisering. Hier zetten we thee van en ik probeer twee liter per dag te drinken van dit water.
- Ik stapte over op groene en witte thee. Biologisch.
- Ik dronk zuivere Aloë Vera, 99%.
- Ik probeerde zoveel mogelijk mijn stress aan te pakken. Dat blijft een dagelijks streven.
- Ik liet (en nu nog soms laat) mij doormeten door een alternatief arts. Electro-acupunctuur, mesologie, orthomoleculaire geneeskunde, er zijn verschillende benamingen voor. Meridianen, energiebanen, organen, bloed, vitaminen en mineralen checken, etc. Dit wordt allemaal doorgemeten. Dat doen ze in het ziekenhuis niet.
- Ik gebruik supplementen. Dat wat ik tekort kom, vul ik aan. Deze supplementen kunnen soms wisselen maar wat ik altijd gebruik is multivitaminen, ontzuurde vitamine C, magnesium, visolie, B12 en foliumzuur, refresh all (om mijn chemobrein beter te kunnen laten concentreren en onthouden). In de winter vitamine D.
- Ik leerde dat de periodes dat het écht slecht ging, niet zo lang duren. Het gaat iedere keer weer wat beter of het gaat over en dan kom ik weer bij. Dus ik moest ‘gewoon uithouden en wachten’.
- Tijdens mijn ritjes naar het bestralen, was er een hit op de radio die over ‘open’ ging. Ik zong dat altijd keihard mee en op het moment dat ik helemaal goed lag onder het stralingstoestel, en ze zeiden: “Mevrouw van Gulik, de bestralingen starten nu”, dan zong ik dit lied in mij en stelde mij open voor de bestralingen die mij nog verder beter gingen maken.
- Ik leerde mijn tatoeagepuntjes die gezet moesten worden om mij op zeer precieze wijze te kunnen bestralen, accepteren. Van onvrijwillig tatoeages toegediend krijgen tot een moderne vrouw met zes tatoeages.
- Ik las (en lees) boeken, om te leren, om inzichten te krijgen. Er komen steeds meer goede boeken op de markt.
- Ik ging anders eten. In de loop der jaren ben ik heel veel gaan leren over gezonde voeding, in de breedste zin van het woord. Er zijn vele fijne mensen die mij daarbij geholpen hebben. Je bent wat je eet en voeding is een krachtig medicijn. Ik ben vooral veel meer groenten gaan eten en minder vlees. In de loop der jaren heb ik een kas en een moestuin ingericht in mijn tuin. Daar kan ik veel biologische en gezonde groenten vandaan halen. Ik ben suiker en slechte koolhydraten gaan vermijden. Qua eiwitten eet ik voornamelijk alles wat rent, vliegt en zwemt. Ik houd de leefwijze van Metabolic Balance aan. We zijn zeer zorgvuldig betrokken bij alles wat met onze voeding te maken heeft. Iedereen die mij kent weet ook dat ik nogal eens worstel met mijn gewicht maar ik ben daar veel rustiger in geworden. Gezond leven is veel belangrijker dan afvallen. Ik heb een groot geloof dat genieten van het leven óók gezond is. Voor mij hoort lekker eten en drinken bij genieten. We proberen daar een balans in te hebben. Dat lukt heel vaak en soms ook niet. Zoeken naar balans hierin blijft een aandachtspunt. Je moet wat overhouden om aan te werken, toch?
- Ik ging naar een healer, een medium. Om op te ruimen, aan mij te laten werken, te helen. Op gebieden waar ik zelf niet bij kon.
- Ik deed diverse familie-opstellingen waarbij ik ook ‘mijn kanker’ heb opgesteld. Tevens deed ik ‘Opstellingen van het verlangen’. Bij Phoenix, Interakt en Origine.
- In de loop der jaren heb ik vele emotionele blokkades aangepakt, op allerlei manieren. Om meer innerlijke rust te voelen. Om mijn grenzen te voelen en aan te geven. Om niet alleen goed voor anderen te zorgen maar juist ook voor mezelf.
- Als afsluiting van het behandelproces gingen mijn man en ik een weekend naar Frankrijk om er een streep onder te zetten. Die streep heb ik ook letterlijk getrokken in het bos en daar ben ik, met mijn volle bewustzijn, overheen gesprongen.
- Ik maakte aan het eind van het behandelproces een monumentje voor mezelf: een fotoalbum met alle stappen die gezet zijn, met moeilijke momenten en mooie momenten. Een heftige anderhalf jaar van mijn leven, vastgelegd in foto’s. Ik moet altijd huilen als ik het weer eens doorblader.
- Ik heb in een film meegedaan. Een film over zes vrouwen. ‘Overleven’. Hoe ik door kon leven na het krijgen van kanker. Het interview met mij staat op mijn site https://fonkel.nu/nieuws/ onderaan (Portret van Noor).
- We lieten wateraders meten in ons huis en in onze tuin. Naar aanleiding daarvan kwam ons bed op een andere plek en we lieten een ontstoorder plaatsen.
- We bouwden een zwemvijver in de tuin, waar ik het hele jaar in zwem, ook in de wintermaanden maar dan met een wetsuite aan. De zwemvijver ligt op een Leylijn en voelt voor mij als helend en vitaliserend. Het is een groot geluk om dit elke dag te ervaren.
- Ik deed de “Helende Reis’ van Brandon Bays bij Origine.
- Ik leerde van de Simonton therapie, onderging het en paste dat bij mezelf toe.
- Toen ik het ergste geploeter door was, ging ik mij afvragen wat mijn aandeel in het krijgen van kanker is geweest. Ik nam mezelf onder de loep, ook met behulp van lieve mee kijkers. Je kunt nooit jezelf de schuld geven van het krijgen van kanker, vind ik. Tegelijk vind ik het wel belangrijk om te onderzoeken wat van belang is om te veranderen in je leven zodat de kans kleiner wordt dat je het nog een keer krijgt of dat er uitzaaiingen komen.
- Ik ging me steeds meer op mijn intuïtie richten en mijn spirituele ontwikkeling kwam in een stroomversnelling. Een hele grote wereld ging voor mij open. Deze ontwikkeling duurt voort en daar geniet ik erg van. Ik houd me de laatste jaren steeds meer bezig met spiritualiteit, mediumschap, spirits, de kosmos, het grotere geheel. Het is een extra dimensie aan mijn leven die mijn aardse leven nog meer diepgang en vertrouwen geeft.
- Ik gooide mijn leven om. ‘Nu ben ik aan de beurt!’ Tijdens het hele behandelproces voelde ik dat ik iets in mijn leven wilde gaan doen wat mij positieve energie zou geven. Me richten op de toekomst en leven in het hier en nu. Dát zou mij beter maken. In de flow van het echte leven heeft kanker geen kans meer, zo begon ik aan te voelen. Hoewel ik zielsveel om mijn collega’s gaf, besloot ik iets anders te gaan doen. Ik zocht, ik voelde, ik werd geholpen en toen wist ik het: ik zou een opleiding Integratieve Psychotherapie gaan volgen en een eigen praktijk gaan starten. Er waren grote bezwaren van mijn oncologe, mijn bestralingsarts en mijn arbo-arts. Mijn lichaam moest eerst bijkomen en opknappen. Daar heb ik een weekend lang om gehuild. Ik voelde me tegengehouden in mijn flow. Ineens wist ik het. Zij hebben het over mijn lijf maar ik ben veel meer, ik heb ook gevoel, een wil, een verlangen… Ik ga het toch gewoon doen. En ik ben gestart, midden in de behandelingen, ik moest nog een half jaar Herceptin. Met de opleiding maakte ik goede afspraken. Als ik het niet zou redden, mocht ik een jaar later voor dezelfde prijs opnieuw beginnen. Zij wilden mij de kans geven! Ik greep hem. Het was niet altijd gemakkelijk, ik moest soms tijdens een opleidingsdag in een kantoortje gaan liggen. Maar iedere dag voelde voor mij als een cadeau! Ik genoot ervan! Tegelijk moest ik weer opbouwen op mijn werk, re-integreren. Dat viel niet mee, ik kon de hectiek niet meer goed aan. Ik liet mij vrijwillig terugzetten in functie en mijn salaris werd bevroren. Mijn focus lag voornamelijk op mijn opleiding en mijn toekomst.
- Tijdens mijn opleiding werd er veel hypnotherapie gedaan en vele andere methodieken. Wij moesten alles wat we gingen leren, met elkaar oefenen. We waren onze eigen proefpersonen. Ik heb eindeloos met mezelf en met mijn intervisiemaatjes en in mijn groep gevisualiseerd en hypnotherapie ondergaan om mezelf van binnen schoon te maken. Ik visualiseerde tijdens het douchen (doe ik soms nog steeds) dat ik mezelf ook van binnen schoonmaak. Het water door mijn lichaam laten lopen. Mezelf helen, reinigen, noem maar op.
- Ik was stomverbaasd en verrast hoe snel ik mijn leven kon omgooien. Het lukte ‘gewoon’. Ik begon een praktijk voor Integratieve Psychotherapie. Dat liep meteen goed. Ik wilde mijn baan opzeggen maar veel mensen om mij heen raadden mij zekerheid aan. Ik had immers pas net alle behandelingen voor kanker achter de rug. Het kon toch nog terugkomen? “Nee!” dacht ik. Ik werd tegengehouden in mijn flow en ik wilde de toekomst in, mijn kanker achter me laten. Ik zei mijn baan op. Ik heb mijn baan opgezegd vanaf de datum dat ik was aangenomen, 15 jaar later. En toen de afgesproken datum was aangebroken, had ik al een wachtlijstje voor mijn praktijk. “Er rust zegen op”, zei ons mam.
- Het werken in mijn praktijk Fonkel deed me erg goed, ik kon in het begin mijn werktijden zo plannen dat mijn hoofd en lichaam het bij kon houden en heb dat steeds meer uitgebreid. Ik werk nu al weer jaren fulltime.
- In mijn praktijk komen onder andere veel mensen die met kanker te maken hebben. Ik mag met hen een stukje meelopen en we zoeken samen naar wat voor hen helend is. Wat voor hen werkt, wat hen goed doet en alles wat nodig is om op te ruimen.
Dankbaar
Ik ben trots op mezelf. Dat ik het doorstaan heb en hoe ik het doorstaan heb. Kanker is een rotziekte. Het raakt me nog steeds medemensen te zien die kanker hebben en struggelen. Het is zo zwaar. Tegelijk heeft deze periode me veel gebracht. Het was het startschot om stappen te zetten in het leven.
Je kunt nooit je leven op een paar sporen tegelijk leven. Dus ik weet niet wat wel of wat niet geholpen heeft, of hoe groot de factor geluk is, wat ik zelf heb gedaan, wat anderen hebben gedaan, wat de doctoren hebben gedaan. Ik gelóóf wel dat ik zelf een forse bijdrage heb geleverd en daar ben ik trots op en blij om.
Bovenal ben ik hartstikke dankbaar. Dankbaar dat ik leef! Dankbaar voor alle fijne mensen om me heen, dankbaar voor mijn zingevende werk en de heerlijk plek waar ik woon en leef.
Dit is mijn perspectief van mijn verhaal. Wat ik me nog kan herinneren. Wellicht zijn sommige dingen net iets anders gegaan maar zo is het in mijn beleving gegaan en dit is dus mijn waarheid.
Ik hoop dat ik je met mijn verhaal heb kunnen inspireren en stimuleren om aan het stuur van je eigen leven te gaan zitten. Om die acties te doen die voor jou goed voelen, wat er ook op je pad komt.
Ik dank je hartelijk dat je mijn verhaal hebt willen lezen. Het doet me goed het te delen.
FONKELS, verhalen uit de praktijk, geschreven door Noor van Gulik. Zij is integratief psychosociaal therapeut. www.fonkel.nu. Deze blogs zijn uit het leven gegrepen en waarheidsgetrouw. Er is altijd overleg geweest met de betreffende cliënt(ë).